We verlaten p Sicilië na een week met auto en caravan de eenvoudige camping La Zigara. In zo’n anderhalf uur rijden we daarvandaan naar Messina, waar we vanaf de laatste afslag van de Autostrada de borden naar de boot naar San Giovanni volgen. Ter plekke kopen we kaartjes (65 euro voor drie personen, auto en caravan. Inmiddels (2017) ca. 95 euro voor camper met 2 personen). De veerboot blijkt een oude pont uit Nederland te zijn. De oude naam (Koningin Beatrix) kun je nog lezen. Er gaat om de 40 minuten een ferry en de overtocht duurt nog geen half uur en kort na de middag rijden we in San Giovanni de pont af en op de A3. De tocht over de Autostrada gaat vlot genoeg maar dan wordt het wat tobben. De uitgezochte camping in Pizzo blijkt in de eerste plaats al moeilijk te vinden en in de tweede plaats nog niet voor het seizoen geopend. Mensen in een nabij gelegen bar vertellen ons dat dat voor de meeste campings in Calabrië geldt. En er zijn er al niet veel! We besluiten uiteindelijk door te rijden over de SS 18 naar Praia a Mare, waar twee ASCI-campings zijn, die in ieder geval open zijn. Het is een goede, vlakke weg, waar je maximaal 70 km mag. Voorbij Paola zien we wel enkele campings, die open zijn maar wij rijden door naar Praia a Mare, waar we (twee uur rijden vanaf Pizzo) terecht komen op de zeer grote camping La Mantinera, voorzien van tal van voorzieningen. De plaatsen zijn klein en het sanitair wel netjes maar eenvoudig, zeker voor zo’n luxe aandoende camping. We besluiten er de dag in het campingrestaurant met het menu van de dag (17,50 per persoon, inclusief water en wijn).
Na de lange reisdag van gisteren, zijn we wel aan een wat rustiger dag toe. We blijven dan ook een dagje op de camping in Praia a Mare staan en toeren wat in de omgeving rond.
Tortora
Zo komen we in Tortora, een hoog op een rots gebouwd plaatsje. De tijd lijkt er te hebben stil gestaan.
We laten ons koesteren door de zon op het kiezelstrand van Maratea Marina en kronkelen aan het einde van de middag omhoog naar Maratea zelf.
Er zijn tussen Tortora en Maratea twee camperplaatsen.Campercontact 24878 GPS: N 39.92864, E 15.75581 en Campercontact 9198. GPS: N 39.93357, E 15.75229
Maratea
Weer zo’n schilderachtig tegen de rotsen geplakte plaats. Maratea heeft en gezellig plein in het midden en diverse kleine winkeltjes. In één daarvan kopen we ouderwetse linnen handdoeken en in een andere doen we met een mini-boodschappenkarretje onze boodschappen, terwijl de winkeleigenaar onverstoorbaar prijzen plakt op zijn goederen. Hoe lang zal zo’n winkeltje nog bestaan?
We vertrekken bijtijds en rijden in een paar uur via de S585 en de Autostrada naar Eboli. Daar nemen we de afslag naar camping Villaggio Paestum. Een mooie camping met keurig sanitair. We besteden onze tijd goed en bezoeken dezelfde middag nog Paestum.
Voor camperaars is er volop keus in en rondom Paestum. Op Campercontact staan wel acht mogelijkheden. Campercontact 8036 lijkt het dichtste bij de opgravingen.
Paestum
Het is de enige plaats in Italië waar je nog complete Griekse tempels vindt. Langzamerhand hebben we wel de indruk dat die oude Grieken voor hun nederzettingen de mooiste plaatsen wisten uit te zoeken. Ook deze tempels liggen weer prachtig.
Er staan drie grote tempels. Ook liggen er resten van oude villa’s. De tempels steken weer schitterend af tegen de blauwe lucht en ook hier kun je weer zien hoe groot en imposant het geheel geweest moet zijn. In het bijbehorende museum zijn allerlei vondsten te zien, die bij de opgravingen tevoorschijn kwamen. Het meest imposant en ook het meest bekend zijn de tombes: grafkisten, die van binnen versierd waren met fresco’s. De meest in het oog springende is die van een duiker, die aan de binnenkant van het deksel van een tombe was geschilderd. Helaas is er onderweg iemand tegen de spiegel van de auto gereden. Het kost nog een zoektocht naar ducktape om dat weer te repareren maar uiteindelijk lukt dat in een kleine ijzerwinkel , onderweg van Paestum.
Weer een korte verplaatsing. We rijden van Paestum naar het ‘schiereiland’ van Sorrento en komen terecht in Seiento. Er zijn daar drie campings vlak bij elkaar: Villaggio Turistico Azurro, Seiano Spiaggia en Sant’Antonio. De eerste is een campingcheque camping, de andere twee accepteren de ASCI-Card. Ze liggen alle drie aan hetzelfde zeer smalle, bochtige weggetje, net na een brug. Het begint al goed (of fout eigenlijk) als we halverwege de kilometer te gaan een enorme vrachtauto tegen komen. We kunnen elkaar onmogelijk passeren. Met precisie en engelengeduld loodst de bijrijder van de vrachtauto ons en hem centimeter voor centimeter langs elkaar heen, druk gebarend hoe te sturen. Dankzij die aanwijzingen en Jobs stuurmanskunst lukt het elkaar te passeren. Aan de rechterkant hebben we nog precies 2 centimeter vrij tussen de caravanwand en de muur/rotswand. Het lukt en mis is mis, tenslotte.
N.B. Zo'n vrachtwagen tegen komen met de camper was nog vervelender geweest. Onze caravan was 2.29 breed. Onze camper meet (exclusief spiegels) 2.38 meter.
‘Karakteristiek’ noemt de campingbaas het als we vertellen dat zijncamping Azurro wel erg moeilijk bereikbaar is. Het blijkt geen goede keus. De camping blijkt ’s morgens vroeg (althans vóór half acht) geen warme douches te hebben. Erger nog is het lawaai van de af en aan rijdende auto’s en scooters de hele avond en halve nacht over het smalle weggetje. Voordeel is wel dat vanaf het haventje, 300 meter verder, dagelijks een boot naar Capri vertrekt.
N.B. We zijn later verkast naar Pompei. De camping aldaar ligt vlakbij de opgravingen en vlakbij het station. Je kunt dan gemakkelijk met de trein naar Sorrento en naar Napels.
N.B.2 Een andere mogelijkheid is Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust.
Sorrento
Vrijdagmiddag rijden we nog naar Sorrento. En ook dat blijkt geen onverdeeld genoegen. Het schiereiland kent maar één, zeer bochtige en zeer drukke weg. We hebben onderweg een prachtig gezicht op de baai, dat wel. Sorrento zelf is enorm druk met auto’s en scooters. Het oude centrum blijkt leuk, met oude straten, hoge huizen en bijzondere winkeltjes.
Capri
Nog meer de moeite waard, is de volgende dag de tocht naar Capri. Een snelle boot, type waterbus, brengt ons er in zo’n drie kwartier. De afvaartplaats is slechts een kwartiertje lopen vanaf de camping. Terwijl het op het vasteland regent, baadt Capril in de zon. Het is een prachtig eiland met niet alleen mooie winkels maar ook prachtige vergezichten. We laten de stad Capri al gauw achter ons en wandelen naar de Arco Naturale: een natuurlijke boog, waar achter we het azuurblauwe water zien met daarin fraaie jachten..
We lunchen er niet ver vandaan. Daarna wandelen we verder naar Villa Jovis. Daarvandaan dalen we steil af over een smal pad naar villa Lysle. Hoe mooi de rijke dichter, die dit fraais liet bouwen, er woonde, is nog steeds te zien. Terrassen met uitzicht op zee en prachtige, hoge kamers: een paleis voor de happy few. Eenmaal terug in Capri-stad hebben we nog net tijd voor een busritje naar Anacapri. Capri is duur (13,20 voor drie koppen koffie) maar zeer de moeite waard.
Tip: Je kunt ook van Sorrento of van Napels naar Capri.Op de site van Euroreizen.be is info over Capri te vinden, inclusief een gratis te downloaden reisgidsje.
De camping Azurro in Seiano bevalt ons niet: lawaaiig en slecht sanitair. Verhuizen naar een van de twee buurcampings lijkt ons i.v.m. het lawaai geen optie. We verkassen daarom naar Camping Zeus in Pompeï.
12 t/m 16 juni Dag 30 t/m 34
Op deze zondagochtend (1e Pinksterdag) zullen we in ieder geval geen vrachtverkeer tegen komen op het smalle toegangsweggetje, zo redeneren we. Dat klopt, maar wel een stroom personenauto’s, onderweg naar het strand en het haventje van Seiano. Bij iedere bocht toeteren we maar toch gaat het mis. Bijna boven, toeteren we net even te laat en in een nauwe bocht schiet een tegemoet komende auto nog net in het gat tussen caravan en muur. Helaas, net te nauw en in het passeren schept ze een spatbord van onze caravan. Weer komt de ducktape van pas: ter plekke plakken we het loshangende en gekraakte spatbord weer zo goed mogelijk vast en vervolgen onze weg.
Wij zijn naar Pompeii gereden. Een andere mogelijkheid was geweest Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. In Sorrento kun je met de trein naar Pompeii, de Vesuvius en naar Napels. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust.
Pompeii
Een uurtje later staan we in Pompeï. (vanuit het zuiden is dit afslag Pompeï, vanaf het noorden Pompeï Ovesta). Direct na de afslag van de autostrada sta je vanuit het zuiden komend op camping Zeus. De camping heeft redelijk sanitair, warm water en schaduwrijke, ruime plekken. De camping is een goede keus voor verschillende uitstapjes. Vanaf de camping gaan we niet alleen gemakkelijk naar de opgravingen maar ook gemakkelijk per trein naar Napels, de Vesuvius en Sorrento en de Amalfikust. Na de koffie gaan we naar de opgravingen; ze liggen letterlijk om de hoek van de camping. De in het jaar 79 onder stof en as van de uitbarstende Vesuvius bedekte stad is enorm groot. Er woonden destijds duizenden mensen. Het stratenplan van de stad is nog in tact en we lopen langs wat ooit winkeltjes en wijnbars waren. Daar achter liggen de vaak enorme villa’s, die als zomerhuis dienden voor rijke inwoners van Rome. In sommige villa’s zijn nog restanten van muurschilderingen zichtbaar en overal kun je het grondplan nog goed zien. Een aantal huizen is deels gerestaureerd en voor het publiek open.
Een van de hoogtepunten is de wat buiten de oude stad liggende Villa dei Misteri met fraaie muurschilderingen. We brengen uren in de opgegraven stad door en met ons nog vele mensen; het is hier echt druk. Om alles te bekijken heb je veel tijd nodig, de warme uren van de dag zijn dan ook niet te vermijden. Flink water mee, dus.
Napels
Natuurlijk gaan we vanaf camping Zeus ook een dagje naar Napels. Vlakbij de camping is een station van een regionale metro-achtige trein. Voor 2,80 p.p. enkele reis brengt die ons in zo’n 40 minuten naar het hoofdstation in Napels. Daarvandaan lopen we naar de Dom en door het oude centrum. Alle angstaanjagende verhalen ten spijt: er ligt geen vuil op straat, althans niet meer dan het in Zuid-Italie overal gebruikelijke zwerfvuil en van criminaliteit hebben we ook niks gemerkt. De stad kent in het oude centrum drie smalle hoofdstraten, die door nog smallere straatjes met elkaar zijn verbonden. We lopen er kris-kras doorheen.
Opvallend is dat neringdoenden van één soort bij elkaar zitten. Zo zien we in de straat naar de dom talloze winkels met bruidskleding en winkels met gewaden voor geestelijken. Komen die uit de hele regio een dagje naar Napels om een nieuwe toga en dergelijke uit te zoeken, zo filosoferen wij. In een ander straatje (de Via San Gregorio Armeno) vinden we talloze werkplaatsjes/winkeltje voor kerststalfiguren. De kerststallen zelf zijn hele dorpjes, waar dorpelingen hun ambachten uitoefenen en ergens onderin een grot is voor Maria, Jozef en het kindeke. Hoe groter het dorpje, hoe mooier. Tussen de Bijbelse figuren en de eenvoudige dorpelingen staan ook beelden van politici, filmsterren en internationale beroemdheden.Napels is dan ook dé stad van de kerststal, waarbij het ambacht van de makers vaak over gaat van vader op zoon. Een andere straat herbergt talloze winkeltjes met muziekinstrumenten. Ter plaatse zien we viool- en gitaarbouwers aan het werk. De middag brengen we door in het Archeologisch Museum. Daar zijn talloze mozaïeken en fresco’s ondergebracht, die in Pompeii zijn gevonden. Sommige mozaïeken zijn opgebouwd uit duizenden piepkleine steentjes en nog vrijwel helemaal gaaf. De fresco’s geven soms hele voorstellingen weer maar lijken soms ook op hedendaags behang met randjes. Eigenlijk andersom, dus. Het geheel geeft goed weer hoe prachtig en rijk versierd die villa’s in Pompeii waren. We zijn maar een dag in Napels maar er is meer te zien: de boulevard, het voormalige koninklijk paleis en het hoog gelegen Certosa di San Martino. Voor een volgende keer misschien.
Amalfikust
Vanaf het station bij de camping brengt de trein ons naar Sorrento (2,10 euro, ca. half uur per trein). Vanaf het station in Sorrento gaan we een dag per bus naar de Amalfikust. De streekbus kost 7,20 euro voor de hele dag en doet een uur en drie kwartier over de weg naar Amalfi. De bussen rijden regelmatig en doen belangrijke plaatsen als Positano, Amalfi en Ravello aan.
Sorrento is ook een bezoek waard. Vanuit Sorrento gaan ook excursies per boot naar Capri en langs de Amalfikust.
De route voert eerst naar het puntje van Sorrento, waar je hoog rijdend, aan twee kanten de zee kunt zien. Daarna kronkelt de bus, al toeterend en met ware stuurmanskunst, door de vele haarspeldbochten van de beroemde kustweg. De weg is smal en verboden voor campers en caravans. Rijden met een personenauto mag wel; dat vergt echter wel het nodige van de chauffeur. Stoppen onderweg kan maar op een paar plaatsen. Wij waren wel blij met de keuze voor de busrit. Amalfi zelf is behoorlijk toeristisch. We lopen er wat rond, lunchen er en gaan dan met de volgende bus naar Ravello.
Dat stadje is rustiger en mooier. Het is beroemd om de ateliers met keramiek: borden, schalen en ook heel mooie tafelbladen. Helaas begint het te onweren en hard te regenen, zodat we niet veel van het stadje zien. Ook naar boven klimmen om zo van het beroemde uitzicht te genieten, lokt niet in de plensbui. Het beoogde schitterende uitzicht op de Amalfikust hiervandaan valt dus letterlijk in het water. We gaan met de bus terug naar Amalfi. De terugtocht kost tijd en energie: door de regen willen alle toeristen tegelijk weg en dat kan de twee maal per uur rijdende bus van Amalfi naar Sorrento nauwelijks aan. -0-0-0-0-0-0- Woensdag 15 juni besteden we aan huishoudelijke zaken als wassen en boodschappen doen en het naar het vliegveld van Napels brengen van zus. Deze dag eindigt rond 4 uur ’s middags met een enorme onweers- en regenbui. Met kunst- en vliegwerk lukt het weer de was droog te krijgen. -0-0-0-0-0-0-
Vesuvius
16 juni - Hoger, steeds hoger hotseknotst de vierwielaangedreven kruising tussen een bus en een jeep de Vesuvius op. Je kunt tenslotte niet aan de voet van deze vulkaan staan, zonder naar boven te gaan, zo vinden we. Vanaf de camping (alweer) vertrekt overdag ieder uur zo’n voertuig de berg op. Het is een mooie tocht door het natuurgebied van de vulkaan. Op de flanken bloeien de gele brem en paarse bloemen. De Vesuvius is beduidend minder hoog dan de Etna op Sicilië maar ook hier passeren we de boomgrens. Tussen de zwarte lava groeien en bloeien hier nog wel wat lage planten. De bus/jeep brengt ons niet ver van de krater. Daarvandaan klimmen we in een half uurtje naar boven.
Het is helder weer en dat geeft een goed zicht om aan de ene kant de enorm diepe krater (een soort gat met opgeslagen kraag) en aan de andere kant zicht op de kust en alle daar liggende plaatsjes. De laatste keer dat er een eruptie was, was in 1944; sindsdien is de vulkaan rustig. Dat is maar goed ook, als je bedenkt dat er inmiddels 750.000 mensen in een straal van 10 kilometer rondom de Vesuvius wonen. Zij leven en dansen dus letterlijk op een vulkaan. Gelukkig wordt niet verwacht dat hij binnenkort uitbarst. Via seismografische meetstations rondom de krater wordt nauwlettend in de gaten gehouden of er ‘iets’in en rondom de krater verandert. De Vesuvius is daarmee de best bewaakte vulkaan ter wereld. Al met al is de Vesuvius misschien wel minder imposant dan de Etna, maar in dit geval hebben we in ieder geval echt de krater gezien!