Van Sligo in county Mayo naar de havenplaats Galway is via de kortste weg, dat wil zeggen de N17, maar 83 kilometer, ongeveer een flink uur rijden. Hoe lang Ierlands kustlijn wel niet is, blijkt wel uit de route, die wij via de Wild Atlantic Way volgen. De afstand tussen beide plaatsen is dan maar liefst 525 kilometer; we doen er met de camper vier dagen over.
Dag 10 t/m 13 18 t/m 21 augustus
Leeg en ongerept
Als we al dachten dat Donegal dunbevolkt was, dan lijken er in county Mayo en later in Connemara nog minder mensen te wonen. Afgezien van wat piepkleine dorpjes is dit vooral het land van de schapen, zo lijkt het. We zien deze witte dieren met veelal een zwarte kop op het veld maar ook regelmatig op de weg.We blijven deze dagen met de camper de bordjes van de Wild Atlantic Way volgen maar dat betekent lang niet altijd, dat we vlak langs de oceaan rijden. Al zien we vaak genoeg water, baaien en haventjes, we rijden ook hele stukken door en langs heide of moerassig veenland. Aan de hopen turf langs de weg zien we dat mensen hier nog turf steken en dat gebruiken om hun huizen mee te verwarmen.
hopen turf |
Het land is in deze streken leeg, bijna ongerept en het heeft vaak een vreemde en soms geheimzinnige mengeling van lieflijk en tegelijkertijd desolaat.
Het landschap is soms licht golvend en soms rijden we ook langs met groen-bruin veen beklede bergen of zien we deze in de verte.
Killala en Bulmelet
Dag 10
National Park Ballycroy
Onze route gaat terug naar de inmiddels bekende hoofdweg N59 en komt langs het National Park Ballycroy. Het park zelf bestaat vooral uit met vochtig veen beklede berghellingen en is vooral toegankelijk voor ervaren wandelaars met een goede uitrusting. Er is wel een prachtig bezoekerscentrum, waar het ontstaan van het veen en het leven in dit onherbergzame landschap uit de doeken word gedaan.Achill-eiland
De WAW-route slingert verder westwaarts naar het grootst eiland van Ierland: Achill-eiland, dat overigens met een brug is verbonden met het vasteland. Wij rijden hier naar het meest noord-westelijke puntje van Europa, een klif bij Keem. Weg R319 brengt je hier letterlijk even naar het einde van de wereld, waarbij onderweg prachtige vergezichten de beloning zijn voor het rijden over het smalle, stijgende weggetje.Hetzelfde geldt voor de Atlantic Drive, die over de zuidelijke punt van het eiland gaat. Een stukje route, waar je de golven echt op de rotsen ziet beuken.
Achteraf hebben we nog een bezienswaardigheid gemist. Op het eiland ligt ook de Deserted Village, zo'n 3 kilometer ten westen van Dugort aan de voet van de Slievemore. Het is een vervallen dorp, dat in de tijd van de Groe Hongersnood (1845-1848) door de hongerende inwoners werd verlaten.
Overnachten zou goed kunnen op het parkeerterrein bij het strandje bij Keem. Er is echter storm en regen voorspeld; we kiezen daarom voor camping Keel Sandybanks Caravan & Camping Park bij Keel. Campercontactno. 21836.
Westport
Dag 11
Weer met de camper van het eiland af leidt de volgende dag de route naar Westport. Dit blijkt een gezellig stadje, weer met tal van mooie huizen, kleurige winkels, restaurants en pubs. Er loopt zelfs een Hollands aandoend water onder een boogbruggetje dwars door het stadje. Het is er druk maar met enige moeite vinden we net buiten het centrum toch een parkeerplekje. In Westport brengen we met plezier enige uren door en dan hebben we het Westport House met zijn park (en camping) nog overgeslagen.
We rijden verder en stoppen even bij het Nationaal Famine Monument, dat de vreselijke hongersnood herdenkt van de jaren na 1845, toen enige jaren achter elkaar de aardappeloogsten mislukten en de arme boeren letterlijk niets te eten hadden en van de honger stierven. Meer dan een miljoen Ieren ontvluchtten toen het land en zochten een nieuw leven in Australië en vooral in Amerika. Nog eens een miljoen mensen stierven. Het monument in de vorm van een schip met daarin tot skeletten vermagerde wanhopige mensen geeft deze periode weer.
De route gaat verder door een wel heel verlaten landschap, langs het mooi Doo Lough. Rijdend langs de Killary-baai komen we bij Leenane wederom op de N59.
Een mooi plekje voor de nacht vinden we bij het bezoekerscentrum van het Connemara National Park bij Letterfrack. Campercontact 24867. GPS:
N 53.55052, W 9.94555.
Gereden: zigzaggend langs de kust hebben we deze twee dagen in totaal 350 kilometer gereden.
Weer: dag 10 bewolkt maar de hele dag droog.
Dag 11: begonnen met een half bewolkte lucht en wat zon, in de middag diverse buien.
Connemara National Park
Dag 12
We maken er een van de mooie uitgezette wandelingen, die de heuvels invoert. Het is jammer, dat het zo bewolkt is en er een natte nevel hangt, waardoor we niet ver weg kunnen kijken en het panorama met een grijs waas bedekt lijkt.
Kylemore Abbey
Na deze wandeling wacht een paar kilometer terug de prachtig gelegen Kylemore Abbey. Bij de Abbey hoort een droevige love-story. Het enorme gebouw is rond 1868 (in dezelfde periode als het kasteel bij Glenveagh) als gezinshuis gebouwd door ene dokter Henry Mitchel, speciaal voor zijn vrouw, die dit plekje jaren eerder, tijdens hun huwelijksreis, zo mooi vond. Droevig genoeg heeft zij er maar enige jaren van kunnen genieten, want zij overleed op 45-jarige leeftijd in 1874. Op het terrein staat ook nog een mini-kathedraal, die de bedroefde Henry liet bouwen ter nagedachtenis aan haar.Later werden kasteel en omliggende gronden het eigendom van de Benedictijner nonnen, die er tot 2010 een meisjesschool/annex kostschool bestierden (schoolgeld `15.000 euro per jaar). Tegenwoordig zijn het huis en de prachtige tuinen te bezichtigen. We brengen er met plezier enige uren zoet.
Clifden en Roundstone
Eigenlijk wilden we na de bezoeken de rest van de zaterdag door brengen in Clifden maar die plaats is niet erg campervriendelijk. We vinden slechts met moeite een parkeerplekje. Het stadje zelf is leuk en gezellig met tal van winkeltjes, restaurantjes en pubs. Ons plan om hier wat te eten en een gezellige avond in de pub te hebben, gaat niet door. Overnachten met de camper is in en bij Clifden nergens toegestaan.We hebben nog even gekeken bij de camping bij Clifden www.clifdencamping.com, maar deze ligt ruim 3 kilometer van het centrum; te ver om 's avonds langs een smalle, donkere weg naar toe terug te lopen, vinden we. Op www.campercontact.com/no. 30296 staat bij de reviews weliswaar slechts 1,5 kilometer maar die korte weg konden wij niet zien.
We rijden door via de R341 langs de oceaan naar Roundstone maar ook daar mogen we met de camper niet overnachten.
De camperplaats die Gea en Wim van reisverhaleneuropa.nl noemen in hun lijst met camperplaatsen is een prachtig parkeerterrein, midden in het dorp. Parkeren kost 2 euro en is overdag ideaal maar je mag er 's nachts helaas niet parkeren of overnachten. Hetzelfde geldt voor een parkeerterrein aan de noordrand van het dorp.
N.B. In 2017 reden we door het binnenland van Connemara en deden uiteindelijk ook Roundstone aan, om nu naar de werkplaats te gaan waar nog met de hand Bodhrans worden gemaakt. We vonden daarbij nog een parkeer- en overnachtingsmogelijkheid nabij de Monastery Road, voor de oude abdij naar links. Hier staan geen bordjes en kun je goed staan. Het dorp ligt op een paar honderd meter. N 53.39390 W 9.91788.
Ook de gezellig uitziende horeca in Roundstone moet het deze zaterdagavond dus zonder onze klandizie stellen.
Jammer genoeg missen we hier ook op zondag de enige werkplaats waar nog full-time de Ierse bodhrans worden gemaakt. www.bodhran.com. Hier hadden we graag een kijkje genomen. Dat is dus een jaar later, in 2017, wel gelukt. Zie hierboven.
Bij gebrek aan een camperplaats zoeken we noodgedwongen een plaatsje voor de nacht. op de eenvoudige camping Gurteen Bay, zo’n 3 kilometer westelijk van Roundstone. We staan er wel eerste rang, pal aan zee. www.gurteenbay.com
Gereden: 61 kilometer
Langs de kust naar Galway
Dag 13Vanaf Roundstone rijden we met de camper verder langs de kustlijn richting Galway. Het landschap is hier echt heel anders dan we eerder zagen. Nu geen veen of moeras meer maar juist veel schaars bedekte vlaktes, vol met afgesleten rotsen en stenen. De zee is nooit ver weg en behalve wat schapen zien we hier ook koeien en paarden. Het weer zit niet mee maar met wat zon moet dit een prachtige tocht zijn, langs de soms met gele brem bedekte rotsen, de hagen van roodbloeiende fuchsia’s en de velden met gestapelde stenen muurtjes. In de regen toont alles toch wat grijs.
Haag van fuchsia |
Galway
Zo komen we in Galway, waar het deze regenachtige zondagmiddag druk is en de winkels en pubs open zijn. Bijna alle pubs hebben hier ’s avonds of einde van de middag wel muziek, zo adverteren ze. In de overvolle pub Taaffes in Shopstreet maken we het laatste deel van de vroege muzieksessie mee. Het is er echter zo druk, dat jammer genoeg slechts in een hoekje van de pub de muziek te volgen is. Hetzelfde geldt jammer genoeg bij dat andere Galway-icoon: Tigh Colli.Traditionele Ierse muziek in de St. Nicolas Church |
Anders is dat bij de Traditional Irish Music in de St Nicolas Church, waar we naar toe gelokt worden. Jonge mensen, die de traditionele Ierse muziek in ere willen houden geven daar een mini-concert op harp, pipes en fluit en laten de oude Ierse manier van dansen zien. Tussendoor krijgen we een rondleiding in de kerk. Weer heel anders maar bijzonder om mee te maken.
Zie www.tunesinthechurch.com. De concerten worden in juni en juli steeds op werkdagen gehouden van 20.00 tot 21.30 uur. In Augustus 7 dagen per week. Aan het initiatief is een hele rij artiesten verbonden, dus wie er speelt is een verrassing.
Overnacht: Bij the docks bij Galway Harbouw, Campercontact 40530. Het is niet meer dan een parkeerplaats bij de jachthaven, zonder voorzieningen, maar je staat er maar een paar honderd meter van het centrum. GPS:
N 53.26933, W 9.05100
Gereden: 115 kilometer
Weer: de hele dag regen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten